16/06/2025
 - 
Door 

Wat als één van de grootste protesten van deze eeuw geen verschil maakt?

Worstel jij ook met een kater? Een kater van één van de grootste protesten van deze eeuw in Nederland en België, en de volgende dag op het journaal alleen maar meer bommen te zien vallen? Daar is een woord voor. En een handelingsperspectief.
Bér Engels
Organisatiestrategie
Beleidsbeïnvloeding
Verandermanagement
Strategische communicatie
Stel gerust je vraag
Bér Engels
Organisatiestrategie
Beleidsbeïnvloeding
Verandermanagement
Strategische communicatie
Stel gerust je vraag

Gisteren, op 15 juni gingen mensen in België en in Nederland samen de straat op, om een rode lijn te trekken voor het Israëlische geweld in Gaza. In Brussel kwamen ruim 100.000 mensen bijeen. In Nederland was men 18 mei ook al de straat op gegaan. Toen trok de demonstratie meer dan 100.000 mensen; één van de grootste demonstratie van deze eeuw. En deze tweede keer maar liefst 150.000! Dat zijn dus meer dan 250.000 mensen die ongetwijfeld die zondagavond 15 juni moeilijk de slaap konden vatten en nog helemaal nagloeien van zo’n krachtig symbool van verzet en saamhorigheid. En meer dan 250.000 mensen, waarvan er ongetwijfeld ook een deel wat verdrietig en ontheemd wakker werden deze maandag.

Want de eerlijkheid gebiedt me te zeggen: ik heb eigenlijk de dag na iedere demonstratie waar ik bij ben of die ik organiseer wel een beetje een kater: je wordt wakker en de wereld is nog hetzelfde; Israël gooit nog steeds bommen, er zijn nog steeds geen betaalbare huizen, we zijn weer langs een planetaire grens geschoten, de Nederlandse premier Schoof tweet iets nikszeggends en de Belgische minister Prévot zegt niets extra’s te gaan doen, want “het kleine België zal Israël niet doen buigen”. Ze dronken een glas, deden een plas en alles bleef zoals het was.

Dat gevoel is denk ik wel herkenbaar voor iedereen die actief is in sociale bewegingen. En dit fenomeen is ook zo oud als sociale bewegingen zelf. Er is zelfs een term voor: de perceptie van falen.

De Amerikaanse activist Bill Moyer beschreef al in de jaren 70 en 80 in zijn Movement Action Plan (MAP) hoe sociale bewegingen na een piek van protest en beweging door zo'n fase gaan. Activisten voelen zich vaak teleurgesteld zodra de protestgolf wegebt, terwijl ze juist op dát moment belangrijke resultaten zouden kunnen boeken. Moyer zag een paradox in bewegingbouw: na een periode van massale actie – de take-off – slaat vaak de wanhoop toe. De doelen zijn nog niet bereikt, er zijn in de ogen van sommigen nog geen ‘echte’ overwinningen behaald, dus men concludeert dat de beweging faalt. Mensen haken dan af, opgebrand van het vele werk, terwijl de media het beeld versterken dat “de beweging dood is" nu bij de volgende demonstratie nog maar een fractie van het aantal mensen op komen dagen. 

Woonprotest

Zeer herkenbaar voor ook bijvoorbeeld de Nederlandse woonbeweging, waar na het grootste Woonprotest sinds de jaren 80, elke daaropvolgende demonstratie wat minder deelnemers trok en politici vooral hun mond vol hadden van de door de beweging weer charmant gemaakte frames zoals ‘volkshuisvesting’, maar concreet resultaat grotendeels uitbleef. Sommige mensen in de woonbeweging haakten daarna af, of gingen zich bijvoorbeeld weer op directe actie zoals het stopzetten van huisuitzettingen en het kraken van panden richten.

Moyer's belangrijkste inzicht: deze teleurstelling na massamobilisatie, is een normaal onderdeel van het traject. Het betekent níet dat we echt gefaald hebben. Sterker nog, wie de geschiedenis van succesvolle bewegingen kent weet het volgende: juist bewegingen die deze terugval doorstaan zullen uiteindelijk hun –ooit onhaalbaar geachte– eisen binnenhalen. De kunst is om deze fase als zodanig te herkennen en niet bij de pakken neer te gaan zitten, maar een stap terug te doen en je voor te bereiden op de volgende ronde. De publieke bewustwording is immers enorm toegenomen door de demonstratie – die miljoenen mensen bereikten we niet voor niets. Dan is het ijzer heet, en moeten we dat bewustzijn omzetten in de volgende stap.

Dat brengt ons op een harde realiteit: één of twee protestmarsen, hoe massaal ook, zijn zelden op zichzelf genoeg om beleidsmakers om te krijgen. Hoe komt dat? Macht – of het nu gaat om een regering, beleid of onrechtvaardig systeem – rust altijd op meerdere pijlers. Denk aan politieke steunpilaren, economisch belang, mediaframes, internationale allianties, publieke opinie, enzovoort. Een protest van 100.000 mensen geeft een flinke duw tegen één zo'n pijler (de publieke opinie) maar de andere pijlers moeten ook wankelen voordat de machthebbers echt bewegen.

Pilaren laten afbrokkelen

Bij S&L gebruiken we daarvoor soms het denkkader van de Pillars of Power: identificeer de steunpilaren van een status quo, en bepaal waar je als beweging strategisch druk kan uitoefenen. Een historische illustratie: het kantelpunt in het verzet tegen Milošević kwam toen de Servische politie weigerde nog op demonstranten te schieten. Eén pijler – de loyaliteit van de veiligheidsdiensten – begaf het. Die logica werkt ook in democratieën, zij het subtieler. Macht is nooit absoluut. Ze is afhankelijk van medewerking, toestemming en stilte.

Een afbeeding van de pilaren van macht

Dat besef maakt duidelijk dat een mars geen eindpunt is, maar een springplank. De vraag is niet óf protest werkt, maar wat erna komt. Welke tactieken worden ingezet om druk te blijven zetten? Hoe zorg je dat de energie niet wegvloeit, maar wordt omgezet in politieke en maatschappelijke hefboomkracht?

Terug naar de rode lijn: welke steunpilaren houden de status quo overeind? Is het de angst van coalitiepartijen om de eenheid van kabinetsbeleid te breken, zijn het bepaalde economische of geopolitieke belangen, is het omdat Israël een belangrijke leverancier van afluistersystemen en wapensystemen in Europa is? Zijn er politieke partijen die uit christelijke of sociaaldemocratische gedachtegoed moeite hebben om zich tegen de staat Israël uit te spreken?

Onze volgende acties als beweging kunnen zich dan richten op die zwakke plekken. Uitspraken van Kamerleden en bewindspersonen uitlokken, economische boycotts of alternatieven opwerpen, de schending van de mensenrechten van christenen in Palestina aan het licht brengen, laten zien dat er al lang geen judeosocialisme meer in Israel te bespeuren is, of economische samenwerkingen (bijv. wapenleveranties en de aanwezigheid van Israeliërs in ‘onze’ gevoelige spionagesystemen) blootleggen en delegitimeren.

Bovenal moeten we ons beseffen: de echte macht ligt uiteindelijk bij de mensen zelf, bij ons. De machthebbers hebben niets meer dan geleende macht, die wij hen geven en weer kunnen ontnemen.

Een protestmars is één uiting van die macht. Maar we hebben nog veel meer gereedschap tot onze beschikking: verkiezingen, consumentenkeuzes, stakingen, petities, juridische stappen, internationale solidariteit – stuk voor stuk manieren om een pijler te doen wankelen.

Een diversiteit aan tactieken

Dat één protest op zichzelf niet volstaat, betekent niet dat protest vervolgens zinloos is. Het betekent wél dat we moeten opschalen en vernieuwen in onze aanpak. Micah White, mede-oprichter van Occupy Wall Street, beschrijft het in zijn boek “The End of Protest (2016)” vrij scherp: "Activisme is stuk. We hebben de grootste protesten ooit gezien, maar toch veranderen deze massale mobilisaties de samenleving niet langer." Protest is volgens hem op een kruispunt beland: vernieuwen of irrelevant worden.

“Don’t panic, organize!”
Variatie op de 20e eeuwse vakbondsactivist Joe Hill, die bij zijn dood zei “Don’t mourn, organize”.

Een dictator afzetten met rijstpudding

Dus, hoe vernieuw je? Daar komt strategie om de hoek kijken. We moeten de energie en aandacht van bewegingen omzetten in een diversiteit aan tactieken. Een van de bekendste leden van de Servische beweging Otpor!, activist en strateeg Srđa Popović geeft ons in in Blueprint for Revolution (lees hier een vermakelijke bloemlezing van collega David De Beukelaer) een aantal tips waar we lering uit kunnen trekken:

- Begin met kleine overwinningen: Het is verleidelijk na zo'n gigantisch protest meteen het maximale te eisen, maar het is slimmer om haalbare, concrete doelen te stellen. Zo blijven mensen gemotiveerd en laten we zien dat de beweging echt iets kan bereiken. Misschien is dat een Kamerdebat afdwingen of een bedrijf bewegen een contract op te zeggen. Elke tastbare winst, hoe klein ook, houdt het vuur brandend en bouwt (zelf)vertrouwen op binnen de beweging.

- Behoud een brede coalitie: De kracht van 18 mei en 15 juni was dat we zo uiteenlopend waren en toch verenigd. Er waren meer dan 50 organisaties betrokken bij het organiseren van de demonstratie. Die brede alliantie moeten we koesteren. Popović benadrukt dat succesvolle revoluties mensen rond een gedeeld doel verenigen, en zo een bont gezelschap opleveren. Focus op wat je verbindt en hou interne verdeeldheid intern. Dat betekent ook: blijf in gesprek met verschillende groepen, van mensenrechtenorganisaties tot geloofsgemeenschappen en vakbonden.

- Creatieve, disruptieve actie: de demonstraties waren disruptief en creatief; dat pad moeten we blijven bewandelen. Dit soort vreedzame, disruptieve bewegingen trekken meer diverse steun, zijn niet te negeren maar maken het tegelijkertijd lastiger voor autoriteiten om het protest met geweld te onderdrukken. Daarnaast daagt creativiteit de macht uit. Iedereen rode kleren aan laten trekken, is zo’n creatieve keuze. We kunnen niet elke week 100.000 mensen op de been brengen, maar we kunnen wél creatieve acties bedenken die media-aandacht krijgen en de druk opvoeren – denk aan symbolische stunts, sit-ins, boycotacties of virale campagnes. We leven in een tijdperk waarin een slimme actie online net zo goed kan doorwerken als een mars op straat. Een succesvolle beweging rent een marathon in estafette-vorm.

- Blijf wendbaar en leerzaam: Een beweging moet kunnen aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Stel, het politieke landschap verschuift of er komt een nieuwe crisis: speel daarop in. We mogen niet in een vaste routine schieten. Probeer verschillende tactieken, evalueer wat effect heeft en wat niet. Leer van elke actie – zowel van successen als mislukkingen. Deze leercultuur houdt de beweging scherp en effectief (en voorkomt radicale rigiditeit).

- Denk vooruit: Tot slot, denk na over de lange termijn. Wat als we onze eis straks toch ingewilligd krijgen? Zijn we klaar voor de volgende fase? Popović waarschuwt dat een overwinning slechts stap één is in een groter proces. Stel dat het kabinet uiteindelijk toegeeft en verder gaat dan een lijn in het zand trekken: hoe zorgen we dat die verandering duurzaam is? Hebben we dan opvolging klaar staan (bijv. druk op naleving, internationale vervolgcampagnes, etc.)? Door vooruit te denken voorkomen we dat de beweging uitdooft na één koerswijziging.

Er moet mij ook een complimentje van het hart: deze rode lijn protesten zijn uitermate strategisch georganiseerd: wie op de website van het Nederlandse parlement kijkt, ziet dat er in de week die volgt op het protest een debat over het Israel-beleid op de agenda staat. En de week daarop zijn alle Europese leiders op een belangrijke Europese top waar dit onderwerp ook op de agenda staat. De Vlaamse NGO 11.11.11 riep de Belgische regering op eerder aangekondigde maatregelen tegen Israël nu uit te gaan voeren. Dit is dus het perfecte moment om met een protest druk uit te oefenen. Dat zagen de ruim 200 organisaties die beide protesten organiseerden ook.

Strategie is de motor

Greenpeace International strateeg Amrekha Sharma leerde me eens: “woede is de vonk die de motor start, maar hoop is de brandstof die ‘m draaiende houdt”. Woede is dus de vonk die miljoenen mensen over de hele wereld de straat op drijft, hoop is wat de beweging in leven houdt. En strategie is de motor voor elke verandering.

Dus hoewel het niet raar is als je deze week een demonstratie-kater voelt, is het laatste dat je moet doen bij de pakken neerzitten. Integendeel: dit is het moment om als beweging volwassen te worden. We staan op een kantelpunt, hebben de aandacht, we krijgen de aantallen. Dit is het moment om strategisch te handelen en door te pakken.

Dat doen we door de energie om te zetten in actie: blijven druk uitoefenen op alle fronten, je achterban informeren en betrekken, nieuwe bondgenoten zoeken en creatieve vormen van protest en invloed aanwenden.

Elke grote beweging in de geschiedenis kende momenten van tegenslag, twijfel en verslagenheid. Nogmaals, activisme is geen sprint, maar een marathon in estafettevorm. Aan wie of wat geef jij straks de stok door?

Tags
Campagnestrategie
Strategie
Communicatie
Een maandelijkse dosis inspiratie in jouw mailbox?

Een maandelijkse dosis inspiratie in jouw mailbox?

Iedere maand bezorgen we inspiratie bij jou. Tips en inzichten waar elke organisatie van kan leren. Heb je vragen over strategie (met impact), communicatie, marketing, fondsenwerving of teamontwikkeling? Onze nieuwsbrief zal je telkens een beetje wijzer maken wanneer je hem leest.
Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief.