De temperatuur in het publieke debat is de voorbije jaren fors gestegen. Wat vroeger een verschil in mening was, is vandaag een kamp. Wie zich als organisatie ooit veilig voelde in nuance, voelt nu de hitte. Elk standpunt – of net het ontbreken ervan – krijgt gewicht. Een tweet, een actie, een beleidsnota: alles wordt gelezen als een keuze.
Tien jaar geleden kon je als middenveldorganisatie nog op de achtergrond blijven. Je werkte verbindend, je schreef adviezen, je zat rond de tafel. Vandaag duwt de realiteit je naar buiten. Van klimaat tot migratie, van armoede tot gelijkheid: de samenleving verwacht dat je er iets van vindt. En als je niets zegt, zegt dat ook iets over je.
Veel organisaties worstelen met die nieuwe realiteit. Ze zijn groot geworden in een cultuur van overleg, consensus en samenwerking. Ze willen het midden vasthouden, maar het resultaat is vaak verlamming. De angst om mensen of subsidies te verliezen, weegt zwaarder dan de drang om iets te veranderen. Maar wie enkel probeert te verbinden, laat het speelveld over aan wie de tegenstellingen durft op te zoeken. En precies daar, in die spanning, ligt vandaag de kans op echte impact.
“Elk standpunt – of net het ontbreken ervan – krijgt gewicht. Een tweet, een actie, een beleidsnota: alles wordt gelezen als een keuze.”
Politiserend werken vraagt andere spieren
Politiserend werken wordt in het middenveld vaak gelijkgesteld aan beleidsbeïnvloeding en publiek standpunten innemen, maar het gaat dieper dan dat. Het is de kunst om spanning niet te vermijden, maar zelf te organiseren. Om woorden te geven aan wat wringt, ook als dat ongemakkelijk is.
Campagne voeren vraagt andere kwaliteiten dan een consensusgesprek begeleiden. Het vraagt strategische scherpte, ritme, zichtbaarheid en het durven incasseren van tegenwind. Dat zijn niet de reflexen die het middenveld veel oefent. Maar het zijn wel de reflexen die vandaag nodig zijn. En ja, het wordt spannend wanneer een deel van je eigen achterban het ineens niet meer met je eens is.
Neem je positie in, kies je kant, dan voel je direct wat er op het spel staat: ledenverlies, reputatierisico, mogelijke gevolgen voor subsidies. Die angst is reëel, maar die helderheid wekt ook nieuwe energie op. Mensen sluiten zich aan omdat ze eindelijk begrijpen waar je voor staat. Omdat ze zich daarin herkennen. En donateurs geven wanneer je moed toont.
In het Frans bestaat een woord dat we in het Nederlands missen: apartisan. Je kiest niet voor een bepaalde politieke partij, maar je kiest wél voor waarden en een publieke positie. Onpartijdig zijn is niet hetzelfde als apolitiek zijn. In tijden van verrechtsing en maatschappelijke polarisatie is apartisan misschien wel de meest radicale keuze: weigeren om je te laten opsluiten in partijlogica, maar ook weigeren om te zwijgen.
Polariseren kan ook volwassen
Polariseren hoeft niet te betekenen dat je gaat schreeuwen. Er bestaan manieren om spanning productief te maken in plaats van destructief. Twee daarvan verdienen bijzondere aandacht.
De eerste is deep canvassing: echte gesprekken, deur aan deur, met mensen die het niet met je eens zijn. Geen anonieme posts, geen slogans, maar tijd, luisterkracht en persoonlijke verhalen. Je zoekt gemeenschappelijke grond en probeert iemand een stukje mee te nemen in wat jij gelooft.
Een sterk voorbeeld komt van de organisatie Klimaatcontact, die duizenden klimaatgesprekken wil voeren in buurten waar veel scepsis leeft over klimaatmaatregelen. Hun vrijwilligers bellen niet aan om pamfletten te overhandigen, maar om écht te praten: over zorgen, over dagelijkse keuzes, over wat mensen belangrijk vinden. Geen anonieme campagne, maar een ontmoeting van mens tot mens. Precies daardoor werkt het.
De tweede is disruptief activisme: acties die verstoren zonder te verharden. Geen bivakmuts, wel creativiteit die de routine doorbreekt. Efficiënt kiezen waar je ingrijpt of uitspreekt. Disruptie kan zacht zijn en toch onmiskenbaar.
Denk aan het protest van ouders die met hun kinderen elke woensdag in het Vlaams Parlement gingen zitten om de problemen in de kinderopvang aan te klagen. Geen barricades, geen slogans, geen geweld, maar een slim, zacht en ontregelend gebaar dat moeilijk te negeren viel. Zulke acties doorbreken routines, trekken media-aandacht en leggen structurele problemen bloot zonder de toon te verliezen.
Beide tactieken zoeken de rand op zonder je waardigheid te verliezen. Ze kiezen kant, maar houden de deur open voor dialoog.
Geld, vrijheid en timing
Vlaamse organisaties zijn vaak sterk afhankelijk van overheidssubsidies. Dat heeft het middenveld groot gemaakt, maar het maakt ons ook kwetsbaar. Wie tachtig procent van zijn inkomsten uit één bron haalt, riskeert zelfcensuur en uitstelgedrag. Daarom is het cruciaal om te diversifiëren, nu het nog kan.
Individuele donateurs zijn niet alleen een financieel vangnet. Ze bouwen ook aan gemeenschap, eigenaarschap en vrijheid. Vraag geld aan de mensen die al betrokken zijn. Vrijwilligers zijn vaak je eerste donateurs als het spannend wordt. Wacht niet tot de besparingen vallen. Dan staat iedereen tegelijk aan dezelfde deur.
Kies helder positie
We hebben het vaak over verbinden in het midden. Maar misschien moeten we het midden niet beschermen, wel oprekken. Wervend organiseren betekent dat je spanningen zichtbaar maakt in plaats van ze te vermijden. Dat je mensen uitnodigt om positie te kiezen, niet om zich terug te trekken.
Het is eng. En toch moet het. Kies waarden boven ruis. Kies apartisan boven apolitiek. Rek het midden op en bouw tegelijk aan financiële vrijheid. Wie vandaag helder durft zijn, wint morgen aan speelruimte.
Op 19 november geef ik een webinar over politiserend werken voor middenveldorganisaties. We gaan concreet aan de slag met deep canvassing en disruptief activisme, passen ze toe op jouw context en werken aan een plan dat je team effectief kan uitvoeren.
Schrijf je in via onze website en neem een collega mee.